In Leuven leven er egels. Niet alleen in Heverleebos, Abdij van Park of het Heuvelhofpark. Ook in alle andere parken en tuinen waar genoeg struiken staan. Een egel heeft groen en schuilplaatsen nodig. Er zijn vaak verloren hoekjes in tuinen en parken waar de egel zich kan verstoppen. Ze slapen overdag in die schuilplaats om dan ‘s nachts op pad te gaan en eten te zoeken.
Wat eet een egel in de stad?
Een egel lust een gevallen appel, een ijshoorntje of misschien zelfs gevallen frietjes! Ze ruimen ook dode dieren op. Dat is dan aas. Of misschien is het zijn geluksdag en vindt hij wel een verlaten portie gemengd met kaas en salami! In de stadstuinen helpt hij om de slakken van je sla op te eten. Huisjesslakken gaan vlot met huisje en al naar binnen, tot wel 40 per nacht! Hij eet ook graag insecten, kevers, rupsen, regenwormen en oorwurmen. Heb je een egeltje in de tuin die je graag wil voederen? Zet dan een bakje kattenvoer, dat eten ze heel erg graag! Ook met een kommetje water maak je hen heel blij. Maar opgelet, geef ze zeker géén melk! Daarvan krijgen egeltjes diarree.
Oei, een hek!
Egels zijn nachtdieren, dat betekent dat ze vooral ‘s nachts actief zijn. Ze kunnen gemakkelijk enkele kilometers per nacht afleggen. Bovendien zijn ze snel, lenig en kunnen ze prima zwemmen. Handig, als je ver op pad moet in de stad. Tegenwoordig heeft hij wel een netelig probleem in de stad… Heel veel tuinen en parken hebben een omheining met kleine gaatjes waar hij niet door kan. Dan moet hij langs de straat waar hij vaak gevaarlijke auto’s tegenkomt, een groot probleem!
Slaapplekjes
In de zomer slapen egels vaak op de kale grond onder dicht struikgewas, in holtes onder boomwortels, in composthopen of konijnenholen. Soms bouwt hij slaapnesten van losse bladeren. Een nest voor de jongen ligt op een goed verborgen plek zoals in een compost-, takken- of puinhoop. Vanaf juli tot oktober kan er zelfs een moederegel met jongen in zitten. In de winter maakt hij zijn nest in de grond tegen een schutting aan, in een schuur of bijgebouw of in een takken- of composthoop.
Tips om jouw tuin om te toveren tot een egelparadijs!
- Maak een egelwegel Heb je een omheining zoals een muur, houten schutting of draad, voorzie dan een egelpoortje ofwel een egelwegel van 15 x 15cm. Hoe meer buren hun tuin toegankelijk maken voor egels, hoe veiliger ze zich kunnen verplaatsen.
- Ruim je tuin niet op (gemakkelijk!) Laat bladeren, een takkenhoop, boomstronken of een composthoop in de tuin liggen. Hieronder kunnen egels een nest maken.
- Gebruik geen gif Egels eten slakken en insecten. Als je gif voor deze diertjes in de tuin legt, is de kans heel groot dat je de egel ook vergiftigt.
- Maak je vijver egel-veilig Egels zijn wel goede zwemmers maar kunnen niet uit vijvers met steile oevers klauteren. Leg een ruw loopplankje in je vijver of zorg dat je een schuine oever hebt waar hij zelf kan uitklimmen.
Wil je een egel in jouw tuin een fijn onderkomen geven, dan kan je ook een egelnestkast aankopen of er zelf in elkaar knutselen.
