Cultuur

Kruip in de huid van een echte acteur!

1 april 2020
Door:  Kabaal
Foto's:  Jef Lemmens
Onze KabaaLmakers vroegen theatermaker Bas de schimmelkaas van tussen zijn tenen.

Tijdens het toneelkampje van Jonna vzw spelen Sam, Eva, Dania en Ellis wel een heel speciale rol. Ze kruipen voor een namiddag in de huid van een KabaaL reporter. Onze vier splinternieuwe medewerkers leggen hun toneelcoach het vuur aan de schenen. Benieuwd of Bas al hun nieuwsgierige vragen kan beantwoorden…

IS THEATER JE BEROEP?

Bas: Neen, eerder een hobby. Ik ben student ‘filmdocumentaire’ in Brussel, volgend schooljaar zit ik in mijn derde jaar. Bij documentaires vertel je de verhalen van echte mensen. In een film gaat het vaak over verzonnen personages.

Dat is natuurlijk wat je met theater ook doet; verhalen vertellen. Bij Jonna help ik jongeren hun verhalen te vertellen. Ik geef er lessen toneel aan kinderen vanaf negen jaar.

HOE LANG SPEEL JE AL TONEEL?

Bas: Goh,… Ik ben begonnen toen ik ongeveer zes was. Op mijn achtste of negende ben ik er toen mee gestopt. Maar al snel begon de toneelmicrobe te kriebelen en ben ik terug begonnen. Op mijn achttiende ben ik dan ook zelf lessen beginnen geven.

Op mijn achtste of negende ben ik er even mee gestopt, maar de toneelmicrobe begon al snel weer te kriebelen!
- Bas

ALTIJD BIJ JONNA?

Bas: Ik speel inderdaad al heel lang bij Jonna. Ondertussen maak ik ook deel uit van hun straattheatergezelschap. Daarmee brengen we het theater naar de mensen toe. We kruipen niet weg in toneelzalen, maar trekken naar het park of gaan de straat op. Met weinig tekst proberen we toch veel te zeggen. Onze voorstellingen zijn heel visueel. Ze moeten de mensen direct aanspreken. Zo doen we animatie op stelten en zoeken we de interactie met de mensen op. We dragen soms grote insectenpakken. Dat is heel leuk voor de kindjes. Daarnaast hebben we ook echte vuurshows, een beetje zoals in het circus.

WAAR HAAL JE TONEELSTUKKEN? DIE GROEIEN TOCH NIET AAN BOMEN…

Bas: Dat verschilt van productie tot productie. We vertrekken vaak vanuit een bestaand verhaal uit een boek; een legende of mythe. Daar maken we ons eigen ding van. Het is echt improviseren en samenwerken. Met de oudste groep maken we vaak zelf een stuk dat we helemaal zelf verzinnen. Als lesgever gebruik je dan inspiratiemateriaal zoals beelden, boeken, tekstjes, … Zo breng je de bal aan het rollen.

HOE LANG WERK JE AAN EEN PRODUCTIE?

Bas: Toch zeker enkele maanden. We starten met improvisatie en nieuwe dingen uitproberen. We oefenen technieken tot we die onder de knie hebben. Dan pas werken we aan het stuk. Helemaal op het einde voegen we dan alle kleine details toe. Maar hier, op dit kamp, doen we nog straffer. Op één week tijd steken we een heus toneelstuk in elkaar. Dat is echt straffe kost!

HOEVEEL MENSEN WERKEN AAN PRODUCTIE?

Bas: Dat hangt natuurlijk af van het aantal acteurs. Naast de acteurs heb je vaak de regisseur die alles in goede banen leidt. Vaak is er dan een technieker voor licht, rookmachine, … die in overleg met de regie gaat tijdens laatste repetities. Bij Jonna doen we heel veel zelf… Voor het straattheater bijvoorbeeld, maken we zelf onze eigen kleding en attributen.

WELKE LOCATIE IS GESCHIKT VOOR TONEEL?

Bas: Elke locatie kan geschikt zijn, afhankelijk van het stuk. De locatie bepaalt wel waar het publiek zit ten opzichte van de spelers en hoe ze moeten spelen. Bij straattheater werken we vaak in open lucht, dat is weer een hele andere ervaring. Het is vooral belangrijk dat de locatie past bij de sfeer van het stuk.

 WAT ALS IEMAND ZIJN TEKST VERGEET?

Bas: In eerste instantie is het aan de andere acteurs om hun collega dan uit de nood te helpen. Wij kijken vaak tijdens de repetities wie er tekstvast is en wie er nog struikelt over zijn tekstkennis.  Zo kunnen we zien wie er veel tekst aankan en wie niet. Daarnaast ie het ook gewoon oefenen, oefenen, oefenen…

WOW, DAT WAS EEN TE GEK INTERVIEW. HIERONDER NOG VIJF TIPS VAN BAS OM EEN ECHTE KLASSE-ACTEUR TE WORDEN!

  1. Leef je in in het personage dat je speelt. Denk na over de zaken zoals je personage er over denkt. Je moet je personage worden om het goed op de planken te zetten.
  2. Wees een teamspeler. De groep zet samen een prestatie neer, probeer jezelf dus niet te belangrijk te vinden.
  3. Wees niet bang om voor een publiek te staan. Gooi je er helemaal in. Straal zelfvertrouwen uit en spreek luid en duidelijk.
  4. Gebruik je fantasie, ga op in het toneelstuk en leef mee.
  5. Articuleren, het begint bij verstaanbaarheid. Maar speel ook toneel als je geen tekst hebt, val nooit uit je rol.

Jef Lemmens

Jeugd- en kinderwerker, kinderparticipatie
016 27 27 60